Vermogensbelasting

Eerder bespraken we al de inflatie die je vermogen langzaam opeet; daar werkt de Nederlandse staat ook aan mee. 

Nu is, voor het overgrote deel van ons, het vermogen vrijgesteld van vermogensbelasting. In 2021 is daarvoor de grens naar € 100.000,— gegaan. Of € 50.000,— voor mensen zonder fiscaal partner.

Vermogen is de waarde van je bezittingen minus je schulden. Deze rekensom moet je alleen wel voor het hele gezin maken (dus ook de spaarrekeningen van je kinderen tellen mee).

Maar als je die grens van € 100.000,—  raakt moet je op het rendement voor het bedrag boven die honderdduizend euro 31% belasting betalen. 

Dus stel je hebt € 200.000,— vermogen in je gezin en je hebt een Hollands doorsnee gezin (en dus een heffingspartner). Het heffingsvrije vermogen is € 100.000,—. Dan moet je over de tweede € 100.000,— vermogens belasting betalen. 

De belastingdienst gaat uit van een fictief rendement en die worden elk jaar opnieuw berekend. 

Terug naar de rekensom. Over de tweede € 100.000,— moet belasting betaald worden. Voor het vermogen boven de € 100.000,— (het heffingsvrije vermogen) wordt met schijven gewerkt. De eerste schijf is tot € 50.000,—. De tweede schijf is vanaf € 50.000,— tot € 950.000,— en de derde schijf is daarboven. 

Van de € 100.000,— in de rekensom valt dus de ene helft in schijf 1 en de andere helft in schijf 2. 

In schijf 1 is de rekensom als volgt. Daar wordt over de eerste 67% een rendement van 0,03% gerekend en over de tweede 33% een rendement van 5,69%. € 50.000,— x 67% x 0,03% = 10 euro (de belastingdienst rond altijd af op hele euro’s.  En € 50.000,— x 33% x 5,69% = 938 euro. Dat geeft een totaal van 948 euro. 

De berekening voor schijf 2 staat in de comments. 

Leuker kunnen ze het niet maken, maar wel makkelijker. Niet dat ze dat gedaan hebben…. Snap je het nog? Laat je hierover goed adviseren wanneer je boven het heffingsvrije vermogensbedrag komt. 

https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/prive/vermogen_en_aanmerkelijk_belang/vermogen/belasting_betalen_over_uw_vermogen/grondslag_sparen_en_beleggen/berekening-2021/

In schijf 2 geldt de volgende rekensom. Daar wordt over de eerste 21% een rendement van 0,03% berekend en over de tweede 79% het rendement van 5,69%. Dat geeft de volgende rekensom: € 50.000,— x 21% x 0,03% = 3 euro en € 50.000,— x 79% x 5,69% = 2247 euro. Dat geeft een totaal van 2247 euro. 

938 euro en 2247 euro geeft het totaal bedrag van € 3185,—. Dit bedrag noemt de belastingdienst je ‘voordeel’.  Oftewel je (fictieve) rendement. En daar moet je belasting over betalen € 3185,— x 31% = € 987,— belasting te betalen. Nu is het niet zo heel ingewikkeld om meer rendement dan een kleine duizend euro per jaar te behalen over een vermogen van € 200.000,—. Maar het is toch een vervelend bedrag als je de aanslag van de belastingdienst niet had zien aankomen. 

Vorige
Vorige

Index

Volgende
Volgende

ETF